2002
Tilos
Twee jaar geleden planden wij een vakantie naar Tilos maar door onvoorziene omstandigheden kon deze reis niet doorgaan.
Deze zomer was het zover.
Op 31 augustus vertrokken Raymond, mijn ouders en ik ’s middags met het vliegtuig naar Athene (Spata) en vandaar naar Rhodos. In Rhodos hebben we één overnachting gehad in Hotel Despos, een oud gedistingeerd hotel, maar te midden van de stad met gevolg zeer lawaaierig maar enfin. ’s Avonds zijn we gaan eten in een pitabar daar er niet zo veel typische Griekse gelegenheden waren, toch niet op de plaats waar we waren gelogeerd en het was te laat was om verder weg iets te gaan zoeken. De volgende dag hebben we om 9.30u de boot genomen naar Tilos (SeaStar) ongeveer 90 minuten vaart.

Op Tilos aangekomen, in Livadia (het havenstadje) werden we opgehaald door Frank, een Griekse vriend van mijn ouders. Zeer vriendelijke man die ons aan het hotelletje Eleni heeft afgezet waar we gereserveerd hadden. Het hotel viel fantastisch mee, niet te groot ongeveer 24 kamers, zeer fris en zeer netjes. We werden door Michalis warm (letterlijk en figuurlijk) ontvangen en kregen meteen iets fris aangeboden.
Frank gaf ons rendez-vous om het eiland in de namiddag te verkennen en ons de interessantste tavernes te laten zien. Om 14.00u was Frank stipt op de afspraak en reden met de wagen de weg op. “Kijk”, zei Frank, “dit is de hoofdweg, de enige”. Deze voerde ons tot voorbij Micro Xorio (het kleine dorp). Het was een spookdorp, helemaal verlaten, waar nog enkel één huis verbouwd werd in een bar waar men in het hoogseizoen vanaf 23.00u terecht kan voor een drankje en te luisteren naar Griekse muziek. Het volgende dorp dat we tegenkwamen was Megalo Xorio (het grote dorp) en ook het enige dorp dat nog bewoond is op het eiland buiten het havenstadje Livadia waar we gelogeerd waren Megalo Xorio is een oud dorp met een mooie castro en een kerk met een prachtig interieur, de vloer van het binnenplein is zeer mooi ingelegd met witte en zwarte keien, wat overigens typisch is voor heel het eiland. Deze inleg vindt men ook terug in de oude stad van Rhodos.
Het dorp voorbij, reden we verder en na een aantal kilometers liep de hoofdweg dood op een Monastiri, niet groot maar de moeite om te bezichtigen. Beneden de monastiri is een kleine taverne gevestigd die uitgebaat wordt door een Kretenzer, sympathieke man. Daar kan men een kleinigheid eten, brochette, Griekse sla of feta met brood met natuurlijk een heerlijk wijntje.
Daarna bracht Frank ons terug naar Livadia waar hij ons de verschillende kleine tavernes toont, waar we wat moesten gaan eten en waar we niet moesten gaan.
De volgende dag een beetje Livadia verkend, dit eiland is niet van de modernste maar we vonden er toch een souvenirwinkel waar je zelf een e-mail kon versturen, wat we natuurlijk uitgeprobeerd hebben, een e-mail vergezeld van enkele mooie foto’s van het eiland.
Die zelfde dag zagen wij een affiche hangen dat er ‘s avond een muziekavond plaatsvond en informeerde in het hotel bij Michalis waar deze zou plaatsvinden. Het bleek om een klein amateursgezelschap te gaan samengesteld uit 7 beroepsmilitairen uit Rhodos en deze hadden rendez-vous gegeven op het kerkpleintje. Uiteraard wij ook daar naartoe. Een hele toffe en mooie avond met veel ambiance onder de dorpsgenoten en ik heb toch een paar dansen kunnen meepikken.
Onze volgende dagen begonnen met een goed ontbijt buiten op het terras, onder de parasol, want anders was het te warm. Dit bestond uit een fruitsap en een tas koffie, een grote pistolet vergezeld van, en dit variërend, confituur of honing, een hardgekookt eitje, een omeletje, of vergezeld van een heerlijke Griekse yoghurt met stukjes pêche. Toch een goed begin niet?
En tijdens de volgende dagen bestond onze activiteit uit voornamelijk wandelen. Spijtig voor mijn ouders die deze grote wandeling niet meer aankonden, maar we hebben dan ook met een gehuurde wagen alle mogelijke berijdbare wegen gedaan om zo toch ook een kijk te krijgen op het mooie eiland.
Wat zeer typisch is voor dit eiland en plezierig, er lopen duizenden geiten rond op het eiland overal waar men gaat of staat komt men een geit tegen.
Tilos is een zeer mooi eiland maar zoals gezegd niet veel berijdbare wegen, maar wel eerste klas om er te wandelen. Men kan op het eiland een stafkaartje kopen waar alle bewandelbare paden op aangeduid staan. Deze wandelingen bestaan uit geitenpaden en eens men aan een wandeling begint kan men deze goed volgen, er werden aanknopingspunten gemaakt nl. er werden stenen torentjes opgebouwd zodat je van torentje naar torentje kan wandelen.
Volgende wandelingen stonden op ons :
– een wandeling naar Cera, een verlaten stadje sinds de jaren 60, deze stad had in die jaren nog een bloeiende welvaart in het telen van tarwe en andere gewassen. Een kleine anekdote, deze wandeling loopt langs een stuk grond waar een boer enkele varkens, kippen, geiten en schapen heeft zitten en waar de varkens wel voor spektakel zorgden in hun schaarse poelen. Cera moet een mooi dorp zijn geweest, spijtig dat alles er zo vlug in verval is geraakt. Maar als met kijkt hoe deze huizen opgebouwd werden schrikt men daar niet van. Vanuit dit dorp kan men afdalen naar de zee, maar het strand was nogal vervuild met zwerfvuil van schepen dat aangespoeld was.
– Een wandeling naar Agio Pablo, een klein kapelletje in de bergen. Hiervoor passeer je eerst een monastiri, het hek was gesloten. Het is een vrij recente monastiri die vooral gebuikt werd voor het organiseren van evenementen op speciale feestdagen voor de bevolking. Dus zetten we onze weg naar boven verder. Boven aangekomen bemerkte we dat er in het kapelletje zich een bronnetje bevond en daar was een bordje aangebracht met het volgende verzoek: de mensen die een bezoek brengen aan Agio Pablo werden vriendelijk verzocht met het kannetje water uit de bron te scheppen en de nieuwe geplante boompjes buiten de kapel water te geven om ze zo een kans te geven te overleven. Tijdens deze wandeling viel het ons op dat er aan de overzijde van Agios Pablo een berg was waar nog een bereidbare weg te zien was. De vraag: hoe geraken we daar? Eén oplossing we wandelen naar boven.
– Dus de volgende wandeling op verkenning naar onze weg. Een mooie toch wel steile wandeling. Boven aangekomen merkten we dat we in Tholos zaten. Daar kan je eventueel langs een kloof naar beneden wandelen tot aan de zee, maar dat was onze bedoeling niet. Wat ons interesseerde was: waar komt deze baan uit? Eén oplossing: de baan volgen. Zo gezegd zo gedaan. Na een stevige wandeling en ongeveer tien kilometer verder zagen we waar deze weg begon, heel simpel nl. in Micro Xorio, je moet het maar weten, daar moet je een zijbaantje in slaan dat goed berijdbaar is, liefst geen tegenliggers, maar vermits er toch niet veel verkeer is op het eiland vormt dit geen probleem.
– Nog een mooie wandeling is de wandeling van de “rode rots”. Inderdaad het gebergte is daar bruinrood gekleurd en best een mooie wandeling. Op het einde van de wandeling bevind zich een groenere zone daar er een klein bronnetje loopt en die zo de grond daar vochtig houdt. Een eigenaardigheid: halverwege de wandeling komt men een rotsblok tegen waar een heer een aandenken heeft aangebracht ter nagedachtenis van zijn overleden vrouw, met het opschrift: “she loved this place very much”. Toch wel een triest maar een mooi iets. Spijtig is na een paar dagen het laatste deel van deze wandeling vernield door een brand. Al het groene dat daar nog reste, is weg. Maar al bij al allemaal goed afgelopen.
En er zijn nog mooie wandelingen, we hebben ze niet allemaal gedaan.
Maar het moeten niet allemaal zo’n grote wandelingen zijn. Gaan kruiden plukken bv. een mooie en geurige activiteit o.a. rigani, tijm, salie en in het voorseizoen dille. Gemakkelijk mee naar huis te nemen: ter plaatse wassen, laten drogen en afritsen. Je kan er thuis lang plezier aan beleven zowel in de keuken als voor barbecuekruiden.
Een beetje uitweiden over de Griekse keuken op Tilos.
Na onze eerste rondleiding met Frank langs alle mogelijke tavernes hadden wij toch al een eerste indruk maar hoe kan je dit beamen natuurlijk door enkele van die tavernes te bezoeken en we kwamen tot de volgende bevinding:
– Restaurant “Faros” – vanuit het hotel naar rechts en de straat helemaal ten einde. Mooi gelegen aan de zee en zeer schaduwrijk. Onze eerste kennismaking daar was de eerste avond op het eiland, uitgenodigd door Frank en zijn familie. We werden daar overstelpt met eten allemaal verschillende kleine gerechten o.a. gepaneerde aubergines, inktvis, tzaziki, Griekse sla, gefrituurde visjes enz… allemaal zeer verzorgd, daarna vis op de grill, zelf gevangen vertelt Frank ons, en als dessert watermeloen en diverse soorten fruit. Zeer vriendelijke bediening. Maar één nadeel was als men er ’s middags een snack wilde gaan eten, moest men er zich wel eerst van vergewissen of er die dag geen groep wielertoeristen toekwam. Jawel hier komen regelmatig groepen Amerikaanse wielertoeristen toe die voor een dag het eiland komen verkennen en Faros is voor de organisator van dit soort vakanties een stamrestaurant met als gevolg zeer lange wachttijden en veel lawaai. De prijs van de menukaart lag nogal aan de hoge kant maar was het wel waard.
– Restaurant “bij Irini” – vanuit ons hotel naar links en helemaal ten einde. Een zeer gezellig familiair restaurant uitgebaat door Maria die steeds goed gezind was. Hier kwamen wij tot rust zodat dit “ons” stamrestaurant werd. Zeer goedkoop gegeten: voor 4 personen, voorgerecht, hoofdschotel, 1 of 2 liter wijn zaten we op een gemiddelde van € 29. De menukaart werd dagelijks met de hand aangepast en dus zeer afwisselend. Fantastische lekkere revitia en vissoep. De “Katsiki” (geit) was ook niet te versmaden!
– Dan hadden we nog het restaurant “De Geit” in de straat van het hotel halverwege. Hier is de specialiteit: zeer lekker gegrild vlees, zowel kip, varkensvlees als geit. Grappige man, was steeds aan het zingen.
– Er was ook het restaurant “bij de groene stoeltjes”. Dit restaurant bevindt zich rechtover het eerste supermarktje. Tamelijk groot, en wel gezellig om te zitten. Daar viel het ons niet zo goed mee, we vonden dat het eten nogal aan de zware kant was.
– Voor een snack ’s middags kan je ook terecht bij de Kretenzer, recht tegenover de bakker, op de hoek van het kruispunt. Hier kan je zeer lekkere slaatjes eten.
– Juist voorbij de post is er nog een kleine taverne “bij den dove”, ja iedereen had hier een bijnaam, hier valt de katsiki wel in de smaak, enkel niet zo gezellig zitten vonden we.
– Maar we moesten eigenlijk nog niet zo ver gaan. Naast het hotel was een snackbar gelegen die toebehoorde aan het hotel waar men ’s morgens ook kan gaan zitten om te ontbijten en ‘s middags zeer betaalbare lekkere snacks kon eten: Griekse sla, omelet met feta, calamar, sla tonijn, diverse sandwiches, pizza enz… De dienst werd verzorgd door Michalis zelf en zijn broer Kostas.
Nog een culinaire ervaring was onze boottocht met de kaïk onder leiding van Stelios. We hadden die dag geluk, ik denk wel de mooiste windstille dag van onze vakantie, de zee was een spiegel. Ons einddoel was het strand van Tholos waar we enkel uren vertoefd hebben, zwemmen, genieten van de zon en een barbecue. Deze bestond uit een sla (komkommer, ui, tomaten, aardappelen) rijkelijk overgoten met olijfolie, gekruid met zout en overvloedig met rigani. Hierbij gegrilde varkenskoteletten, vergezeld van stoverij van ajuin in rode wijn, klaargemaakt in een zwartgeblakerde gietijzeren pot op een geïmproviseerd houtvuur, om duimen en vingers af te likken en dit alles vergezeld van de nodige wijn of frisdrank. Alleen het zien klaarmaken was een mooi gezicht. Voor sommige wel te veel wijn, o.a. voor een Duitse man die toevallig naast onze kamer gelogeerd was. Een ramp ’s nacht: “ich will nicht sauber sein!!!”. Maar ja, gelukkig is dit maar éénmaal voorgevallen en heeft wel een flinke berisping gekregen van Michalis denken we.
Wat ons ook wel opviel op het eiland is dat de gebroeders Stefanakis, een welstellende familie, een grote rol spelen in het dagelijkse leven van Livadia om niet te zeggen op het hele eiland. Zéér vriendelijke mensen echt niets op aan te merken en als ze konden helpen deden ze het. Zij baten op het eiland een bureau uit waar men terecht kan voor inlichtingen, aankoop van boottickets voor de Flying Dolphin en de ferry en men kan er een wagen huren. Daarnaast is er eveneens supermarktje gevestigd dat eveneens eigendom is van Stefanakis. Bezitten ook talrijke eigendommen op het eiland.
De dagen dat er niet gewandeld werd vulden we op met luieren, zeer belangrijk is toch tot rust komen op je vakantie en de zee was zo verleidelijk, zo helder en kalm en zo aangenaam van temperatuur dat je er niet kon aan weerstaan om er een duik in te nemen. Een opvallend hoog zoutgehalte in het zeewater, een grote drijfkracht.
Een ‘grappig’ gebeuren tijdens onze vakantie was ook dat we tot driemaal toe zonder elektriciteit hebben gezeten: éénmaal op een avond dat we juist gedaan hadden met eten, éénmaal toen we juist gingen eten, wat zeer vervelend was, niet zo zeer voor ons maar de koks en éénmaal overdag. Het was niet zo simpel om de schakelaar terug aan te zetten. Het eiland wordt voorzien van elektriciteit die afkomstig is van Kos, een leiding onder de zee die toch regelmatig zijn ongemakken meebrengt. En als het licht uitgaat over een hele eiland wel dan verzeker ik je dat het donker is. Maar we hebben nog nooit zo een mooie sterrenhemel gezien als toen, ongelofelijk prachtig !!
Maar aan mooie sprookjes komt een einde en ook aan onze vakantie en we vertrokken opnieuw naar Rhodos. Op Rhodos zijn we nog twee dagen gebleven om de oude stad te kunnen bezichtigen. We verbleven opnieuw in het hotel Despo.
Een kleine anekdote: toen we in het begin van onze vakantie vertrokken naar Tilos en we de rekening wilden betalen in het hotel Despo, zei de manager dat we nog niets moesten betalen. “Betaal maar als je binnen drie weken terugkomt” zei hij. Dat moet je bij ons in België niet zeggen want die komen zeker niet meer terug!
Wel, de oude stad is de moeite waard om te bezoeken moet je zeker doen, zeer gezellig en mooi. ‘s Avonds wel moe gewandeld terug naar onze pitabar, waar we drie weken geleden ook waren geweest. Och het was er gezellig zitten en veel te zien vermits de tafeltjes op de stoep waren uitgestald. Wat wel verassend was voor ons was dat het meisje dat ons bediend had drie weken geleden ons herinnerden als die Belgen die Grieks spraken, wat enkele woordjes Grieks toch kunnen doen.
En ja die twee laatste dagen waren ook weeral vlug om en het was tijd om naar België terug te keren, weg van de warmte, weg van het mooie Griekenland en gedaan die luie dagen.
Enfin het was een mooie vakantie. Zeker aan te raden aan de mensen die van wandelen houden. Drie weken was iets te lang voor ons daar je niet zo mogelijkheden hebt om uitstappen te maken, of je moet van absolute rust houden, maar zeker aan te raden voor een dag of tien. Zeer goed te combineren met een ander eiland om zo te kunnen genieten van de geiten, de natuur, de zon….
Hier GPS